Wijziging terugbetaling van immunoglobulines behandeling (SCIG/IVIG) voor secundaire of verworven immuundeficiënties vanaf 1/4/2017

Gedetailleerde info kunt u vinden via deze link

De terugbetalingscriteria voor patiënten met primaire immuundeficiënties (PID) blijven behouden zoals gepubliceerd sinds 1/1/2014.

Dit betekent concreet dat voor patiënten die momenteel worden behandeld met IVIG of SCIG de vergoeding op basis van ‘verworven immuundeficiëntiesyndromen’ stopt op de einddatum van hun actuele vergoedingsperiode van 12 maanden.

Aangepaste indicaties voor secundaire of verworven immuundeficiënties vanaf 1/4/2017

Patiënten met ernstige secundaire hypogammaglobulinemie resulterend in recente levensbedreigende infectie of in recurrente episodes van klinisch significante infecties waarvoor herhaaldelijk gerichte antibiotica behandeling noodzakelijk was.

Secundaire hypogammaglobulinemie op basis van:

     
  • Multipel myeloom met CLL
  • Andere relevante B-cel maligniteit
  • Iatrogene B-cel deficiëntie door het gebruik van monoclonale antilichamen of van chemotherapie.

Huidige patiënten met terugbetaling onder verworven of secundaire immuundeficiënties die in aanmerking komen voor tegemoetkoming op basis van ‘Primaire immuundeficiëntiesyndromen’.

De diagnose van primaire immunodeficiëntie moet gesteld en/of bevestigd worden door een arts die deel uitmaakt van de gemandateerde BPIDG leden.

Om deze groep patiënten maximaal de kans te geven de diagnose te laten stellen/bevestigen tijdens een consultatie bij een gemandateerde BPIDG arts, wordt een tijdelijke maatregel ingesteld, geldig van 01.04.2017 tem 30.09.2017.

Wat betekent dit concreet voor de vergoeding van de patiënt

Einddatum van de actuele vergoedingsperiode van 12 maanden SID van 01.04.2017 tem 30.09.2017 = Tijdelijke maatregel

Indien de consultatie bij de BPIDG arts niet kan plaatsvinden voor de einddatum van de actuele vergoedingsperiode is het de ziekenhuisapotheek toegestaan om ‘wegens overmacht’ de facturatie van de IVIG en SCIG uit te stellen tot op het moment dat de consultatie bij de BPIDG arts heeft plaatsgevonden.  SCIG wordt binnen deze tijdelijke maatregelen afgehaald bij de ziekenhuisapotheek.

  • Indien PID wordt vastgesteld door de BPIDG arts ten laatste op 30.09.2017, worden de IVIG/SCIG toegediend in de periode tussen de einddatum van de vergoedingsperiode en de vaststelling/bevestiging van PID, vergoed. Vanaf de vaststelling van PID kan de patiënt op basis daarvan van verdere vergoedbaarheid genieten.
  • Indien geen PID wordt vastgesteld, is er geen vergoeding voor de IVIG/SCIG toegediend na de consultatie bij de BPIDG arts en is vanaf dan ten laste van de patiënt

Einddatum van de actuele vergoedingsperiode van 12 maanden SID na 30.09.2017

De tijdelijke maatregel geldt niet meer en de PID moet vastgesteld/bevestigd worden door de BPIDG arts voor de einddatum van de actuele vergoedingsperiode.

Indien de consultatie bij de BPIDG arts niet tijdig kan doorgaan, heeft de patiënt geen vergoeding tussen de einddatum van de actuele vergoedingsperiode en de startdatum van een nieuwe vergoedingsperiode.

Indien u als behandelende arts denkt dat de patiënt op basis van een onderliggende PID in aanmerking komt voor terugbetaling van Ig worden volgende procedures voorgesteld

  • Gelieve vooraf de checklijst met symptomen suggestief voor PID in te vullen alsook de laboratoriumafwijkingen voor Ig substitutietherapie te noteren. Indien de patiënt voldoet aan meerdere criteria kan de patiënt doorverwezen naar een gemandateerde BPIDG arts. Hierbij wordt een verwijsbrief, een ingevulde checklijst en afwijkende laboresultaten meegegeven. Een PID patiënt wordt minimum 1*/jaar gezien door een BPIDG mandataris. De behandeling wordt opgevolgd door de initieel behandelende arts.
  • Indien een patiënt dringend een goedkeuring voor terugbetaling van Ig moet krijgen kan de behandelende arts na het invullen van de checklijst samen met doorsturen van de bloedresultaten contact opnemen met een gemandateerde BPIDG arts voor een uitzonderlijk versnelde procedure.
  • Bij goedkeuring door een gemandateerde BPIDG arts wordt een BPIDG goedkeuringsattest opgestuurd naar de behandelende arts. De behandelende arts zal dan de verdere aanvraag (medische verslag, bloedresultaten, terugbetalingsattest) bezorgen aan de mutualiteiten of ziekenhuisapotheek.

Achtergrond informatie omtrent wijziging Ig terugbetalingscritera voor PID vanaf 1/1/2014

In 2013 had het RIZIV een voorstel voor aanpassing van de terugbetalingscriteria voor IVIG/SICG bij PID patiënten nl.

  1. 1) schrappen van IgG2 en IgG3 subklasse deficiëntie
  2. 2) Bij volwassen: terugbetaling indien hypogamma  IgG<3 g/L

Op advies van BPIDG werden deze criteria niet gewijzigd maar heeft het RIZIV de maatregel ingevoerd waarbij een gemandateerde BPIDG arts de diagnose van PID moeten stellen en/of bevestigen.

Een maatregel die BPIDG betreurt maar die we toch hebben opgenomen om ervoor te zorgen dat de behandeling van PID patiënten niet in gedrang komt.

Binnen BPIDG werd een groep van mandatarissen opgesteld verspreid in verschillende grotere ziekenhuizen in Vlaanderen en Wallonië.

BPIDG mandatarissen zien min 1*/jaar de PID patiënt en zorgen voor een goedkeuringsattest voor SCIG/IVIG. Dit is een vergelijkbare maatregel met NMRC patiënten sinds de nieuwe wetgeving omtrent Ig behandeling (1/2014).

Er zijn meer dan 200 verschillende types van PID met meer dan 300 causale genen. Patiënten met primaire antilichaam deficiënties (PAD) nl. common variable immune deficiency (CVID), IgG subklasse deficiëntie en andere hypogammaglobulinemie zijn de meeste voorkomende vorm van PID. Afhankelijk van de onderliggende problematiek, al dan niet gedocumenteerd genetisch defect, vertonen deze patiënten een verhoogde comorbiditeit waarvoor gespecialiseerde follow-up een noodzaak is.

De behandeling en de tussentijdse opvolging van PID patiënten blijft gebeuren door de initieel behandelende arts.

De lijst van gemandateerde BPIDG artsen kunt u vinden hier